Foto: J.L. van den Oever

Gevangen in Het Oranjehotel

Nr. 13 najaar 2019

Verzetsleden, Joden, Jehova’s Getuigen en misdadigers zaten in de Tweede Wereldoorlog vast in het Scheveningse ‛Oranjehotel’. Het pas geopende Nationaal Monument Oranjehotel vertelt hun verhalen.

Door Maia Bijl en Hans Gramberg

Het Oranjehotel was de erenaam voor de Scheveningse gevangenis tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ruim 25.000 Nederlanders zaten tussen 1940 en 1945 in deze Duitse politiegevangenis opgesloten. Een groot deel van de gedetineerden bestond uit verzetsstrijders, maar ook opgepakte Joden, Jehova’s Getuigen en mensen die een economisch delict hadden gepleegd, zoals zwarthandelaren, kwamen er terecht. Het was een diverse groep mensen uit alle lagen van de bevolking: militairen, studenten, arbeiders, ambtenaren, politici, geestelijken, vrouwen en zelfs kinderen. Het doel van opsluiting was voornamelijk onderzoek, verhoor en berechting door de Duitse rechtbanken. Voor veel gevangenen was het Oranjehotel het beginpunt van een lang verblijf in Duitse gevangenissen en concentratiekampen. Ook werden ruim 250 gevangenen ter dood veroordeeld en op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd.

Toen onder de Nederlandse bevolking bekend werd dat veel leden van verzetsgroepen en andere principiële tegenstanders van het Duitse regime in het complex gevangen zaten, kreeg de gevangenis al snel de bijnaam Oranjehotel. Oranje, de naam van het Koningshuis, was hét symbool van het verzet tegen de bezetter.

In een afgeschermde vleugel van het gevangeniscomplex in nu het Nationaal Monument Oranjehotel geopend. Dit nieuw herinneringscentrum dat de verhalen vertelt van de mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog in deze gevangenis werden opgesloten.

Het verblijf in het Oranjehotel tekende velen voor het leven. Hoe verschillend hun verhalen ook zijn, wat zij deelden was de gevangenschap in een Duitse gevangenis en onzekerheid over de toekomst. ‘Het was het uiterste wat van een mens gevraagd kon worden’, zoals een oud-gevangene het verwoordde. Dag-in-dag-uit in een kleine cel, vaak met meer personen tegelijk, allemaal op hun eigen manier bezig te overleven. Onder deze omstandigheden werden de creatiefste manieren gevonden om met de enorme verveling om te aan. In de tentoonstelling in het Oranjehotel zijn hiervan voorbeelden te zien. Ook worden de verschillende stappen toegelicht die de gevangenen doorliepen in het Duitse ‘rechtsproces’ – dat doortrokken was van onrecht en willekeur – en hoe de verschillende Duitse bewakers en gevangenisdirecteuren hun stempel drukten op het dagelijks leven in het Oranjehotel. Sommigen maakten zich schuldig aan mishandelingen, anderen waren streng maar menselijk. Maar allemaal maakten ze deel uit van het vijandige bezettingsregime. Aan de hand van brieven, voorwerpen, documenten, filmmateriaal en audiofragmenten vertelt de vaste tentoonstelling van het herinneringscentrum het verhaal van het Oranjehotel en van de mensen die hier gevangen zaten. Dankbaar is daarvoor gebruik gemaakt van het recente onderzoek van historicus Bas von Benda-Beckmann (Het Oranjehotel. Een Duitse gevangenis in Scheveningen. Querido, 2019, 464 pagina’s).

De gevangenen in het Oranjehotel kwamen uit het hele land, maar in dit artikel zoomen we in op een aantal Hagenaars. Hun verhalen laten zien dat met de komst van het naziregime nieuwe wetten golden die niet de burgers beschermden, maar de Duitse bezetter. Na arrestatie volgden maanden, zo niet jaren, in Duitse gevangenissen en concentratiekampen. Met de komst van het herinneringscentrum heeft Den Haag als Internationale Stad van Vrede en Recht een plek gekregen dat het belang van een onafhankelijk rechtssysteem beter illustreert dan waar ook.

De zusters Titia en Dora Gorter
Naam: Titia Gorter (1879-1945)
Leeftijd: 62 jaar
Woonplaats: Den Haag
Beroep: medewerker levensverzekeringsmaatschappij
Reden arrestatie: hulp aan onderduikers en de illegale Ordedienst (OD)
Periode gevangenschap: 13 februari 1942 – 15 januari 1943
Vervolg: In februari 1945 overleden in kamp Ravensbrück

Al in de jaren dertig namen de zussen Titia (1849-1945) en Door (1888-1945) stelling tegen het nationaalsocialisme. Na de capitulatie in mei 1940 raakten ze betrokken bij illegaal werk. In februari 1942 werden ze gearresteerd wegens hulp aan onderduikers. Bijna een jaar zaten ze gevangen in het Oranjehotel, waar ze in verschillende cellen verbleven en weinig contact met elkaar hadden. Om de tijd door te komen maakte Titia borduurwerken, waarvan enkele de gevangenis uit werden gesmokkeld. Ook schreef ze brieven aan haar petekind Titia Gerardina (‘Tieps’) Prinsen Gorter. In enkele illegale briefjes schreef Titia ongecensureerd over haar ervaringen.
Als Nacht-und-Nebel-gevangenen, een speciale strafklasse om mensen uit het verzet te laten ‘verdwijnen’, werden Titia en Door op transport gezet naar concentratiekamp Ravensbrück. De zussen keerden na de bevrijding niet terug. Pas in oktober 1947 verschafte het Rode Kruis na enkele opsporingsverzoeken meer duidelijkheid. Vermoedelijk waren Titia en Dora in februari 1945 in een Duits concentratiekamp vermoord. De zoektocht hield hier echter niet op. In 2000 begon Paul Prinsen, een achterneef van Titia en Dora, een nieuw onderzoek. Met hulp van het Rode Kruis en de International Tracing Service ontdekte hij veel nieuwe details. Het bleek dat zijn tantes op 16 februari 1945 in kamp Uckermack, nabij Ravensbrück, waren gefusilleerd of vergast.

De Vonk
De Vonk was het illegale blad van de Haagse communisten, een lokale versie van dagblad De Waarheid. Naast het uitgeven van deze krant nam de Vonk-groep deel aan andere illegale activiteiten, zoals sabotage en onderduikhulp. In de zomer van 1941 arresteerde de Duitse politie een groot deel van de groep. Minstens 160 leden kwamen in het Oranjehotel terecht. Voor velen volgde transport naar een Duits concentratiekamp. Na een volgende reeks arrestaties in 1942 staakte de groep de uitgave van De Vonk.

Foto: Nationaal Monument Oranjehotel

Henri Pieck
Kunstenaar Henri Pieck (1895-1972), tweelingbroer van Anton Pieck, maakte deel uit van de Haagse communistische groep rondom De Vonk. Na zijn arrestatie in juni 1941 werd Pieck in het Oranjehotel vastgezet. Hier gebruikte hij zijn artistiek talent voor het verkrijgen van privileges. Ten behoeve van een groepsportret maakte hij van alle personeelsleden afzonderlijke portretten. Als tegenprestatie kreeg hij voorrechten, zoals eigen schrijf- en tekenmateriaal en boeken. De tekeningen tonen Leiter Hans Joch, bewakers en het overige personeel – allen bezien door de ogen van de kunstenaar. Ook na zijn overplaatsing naar de strafgevangenis, eind 1941, bleef Pieck schilderen en tekenen. In maart 1942 volgde zijn transport naar Buchenwald, waar hij de bevrijding meemaakte.

Wim Oosenbrug
Naam: Wim Oosenbrug (‘Wim F.C.’) (1914-1999)
Leeftijd: 31 jaar
Woonplaats: Den Haag
Beroep: steenhouwer
Reden arrestatie: hoofd Falsificatie Centrale
Periode gevangenschap: 22 april 1945 – 6 mei 1945
Vervolg: bevrijding

In de loop van de bezetting raakte Wim Oosenbrug betrokken bij de Falsificatie Centrale, een verzetsgroep die zich richtte op de vervalsing van stempels en papieren. In 1944 kreeg hij de leiding in handen. Na verraad werd Wim in april 1945 opgepakt. Hij kreeg de doodstraf en de executie werd gepland op 7 mei 1945. De bevrijding op 5 mei redde echter Wims leven. Nadat hij op 6 mei uit het Oranjehotel was vrijgelaten, ging hij werken voor een organisatie die oorlogsmisdadigers opspoorde. In Duitse administratie ontdekte Wim het briefje waarin een bewoner uit zijn straat hem had verraden, wat had geleid tot zijn arrestatie eind april 1945. Dat document heeft Wim altijd bewaard.

Marijke Roes
Naam: Marijke Roes (1920-2019)
Leeftijd: 24 jaar
Woonplaats: Den Haag
Beroep: kunstenares, medewerker Rode Kruis
Reden arrestatie: Lidmaatschap Landelijke Onderduikhulp (L.O.)
Periode gevangenschap: 4 maart 1945 – 6 mei 1945
Vervolg: Bevrijding

Marijke raakte via collega’s betrokken bij verzetswerk, nadat ze in 1943 bij het Rode Kruis was gaan werken. Ze hielp voornamelijk bij het verzorgen van onderduikers. Twee maanden voor het eind van de bezetting werd Marijke gearresteerd. Vier leden van haar groep werden gefusilleerd, maar Marijke zelf maakte in het Oranjehotel de bevrijding mee.

Later vertelde ze daarover in een interview: ‘Op een bepaald moment moesten we eruit en zeiden ze: Jullie zijn vrij. En toen zijn we gewoon met z’n allen dat hele complex langs gelopen. Dan zag je alle mogelijke figuren die overal vandaan kwamen. Net een Escher-tekening. Het was heel vreemd, want het krioelde op een gegeven moment van alle mogelijke vreemden, die je niet kende, op de trottoirs en ook op de Van Alkemadelaan zelf. Iedereen zat te zoeken: wie ben jij, zat jij ook hier? Toen heb ik mijn broer ontdekt. We zijn gaan lopen, de hele Van Alkemadelaan af richting Den Haag.’

Karel Johannes Roberti
Naam: Karel Johannes Roberti (1913-?)
Leeftijd: 28 jaar
Woonplaats: Den Haag
Reden arrestatie: vervalsen van distributiebonnen
Periode gevangenschap: 1941 (enkele maanden)
Vervolg: tuchthuizen in Duitsland, vrijheid

Samen met Barnard Peeters en Herman Niemand zette de Haagse reclametekenaar Karel Johannes Roberti begin 1941 een handel op in distributiebonnen. Het vervalsen van bonnen voor steenkool leverde hen zeker 12.000 gulden (nu ruim 84.000 euro) op. Na hun arrestatie in oktober 1941 belandden ze in het Oranjehotel. De twaalf maanden tuchthuisstraf die Karel kreeg, zat hij op verschillende plekken in Duitsland uit. Pas in 1944 kwam hij uit tuchthuis Siegburg vrij en keerde in mei 1945 terug in Nederland.

Hendrik Middendorp
Naam: Dominicus Hendrik Cornelis (‘Henny’) Middendorp (1919-1943)
Leeftijd: 23 jaar
Woonplaats: Den Haag
Beroep: brandweerman
Reden arrestatie: medewerking aan De Waarheid & De Vonk, sabotage
Periode gevangenschap: 27 mei 1943-30 juni 1943
Vervolg: Op 30 juni 1943 gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte

Henny werd in 1943 wegens een aanslag op het station Staatsspoor. Ook was hij betrokken bij de communistische illegale bladen De Waarheid en De Vonk. Tezamen met Evert Ruivenkamp (1915-1943) en Gerard van der Laan (1913-1943) werd hij wegens sabotage ter dood veroordeeld. Voordat Henny op 30 juni 1943 gefusilleerd werd, schreef hij een laatste brief aan zijn verloofde Adriana Alida (‘Jeanne’) Boode.

Nationaal Monument Oranjehotel

Na de bevrijding kreeg majoor E.P. Weber de leiding over de gevangenis, die na de oorlog de functie kreeg als bewaarplaats voor collaborateurs. Op zijn initiatief werd in 1946 het Comité Oranjehotel opgericht met het doel de herinnering aan het Oranjehotel levend te houden. Het Comité werd al snel opgevolgd door Stichting Oranjehotel tot stand.
De Stichting organiseert eind september of begin oktober een herdenking. Een belangrijk onderdeel daarvan is een stille tocht langs Cel 601, die sinds 1946 in oorspronkelijke staat behouden is gebleven. Samen met het Poortje in de buitenmuur van de gevangenis en de gedenkplaat met de tekst Zij waren eensgezind maakt Cel 601 deel uit van het Nationaal Monument Oranjehotel.

In de dodencel 601 schreven gevangenen vrome teksten en bemoedigende woorden op de muren voor zichzelf of voor gevangenen die na hen in de cel zouden belanden.

Decennialang diende het voormalige Oranjehotel als Huis van Bewaring maar sinds 2009 is het niet langer in gebruik voor detentie. In 2018 de renovatie en inrichting van het complex dat nu geopend is als Nationaal Monument Oranjehotel.

Het Oranjemuseum is geopend van dinsdag t/m zondag van 11.00 tot 17.00 uur. Zie voor meer informatie www.oranjehotel.org.

Hoofdfoto: J.L. van den Oever

Facebook
Twitter
LinkedIn

Het lentenummer is verschenen!

Dit nummer is verkrijgbaar in de Haagse boekhandels en tijdschriftenwinkels voor € 7,50 per exemplaar. Wil je geen uitgave missen, neem dan een abonnement en ontvang vier nummers voor € 31,50.
Nieuw nummer
Sluit Menu