Wolkenkrabbers

De actualiteit herhaalt zich: Historicus Bas Kromhout ziet veel ouds in het Haagse nieuws

Nr.10 winter 2018

De journalist Herman Salomonson wist het zeker: ‘Hier zal geen weidsche wolkenkrabber rijzen,’ dichtte hij op 12 maart 1938 in de Haagse krant Het Vaderland. Onder zijn vaste pseudoniem Melis Stoke (naar de kroniekschrijver uit de dertiende eeuw) hief hij een lofzang op Den Haag, en dan vooral op de krokussen van het Voorhout.

Dat deze bloempjes in het voorjaar uit de grond konden schieten, was volgens hem te danken aan de beperkte hoogte van Haagse gebouwen: ‘Waar het op aarde open blijft voor licht / wordt alles nieuw en bloeit het nieuwe leven… / Maar waar de mensch moet ploeteren en streven / met oog en hart… en stad krampachtig dicht / daar blijft hij door de schaduwen omgeven / van ’t een hij tot zijn eer had opgericht.’

De krokussen pronken nog steeds elk jaar, maar intussen is Den Haag heel wat ‘weidsche wolkenkrabbers’ rijker. En er zullen er in de nabije toekomst nog meer bij komen, want het begint knap druk te worden in de stad en volgens het college van B en W moet de oplossing van het huisvestingsprobleem worden gezocht in nieuwe woontorens.

De Rotterdamse architect Winy Maas zag in 2017 al een buitenkansje: hij stelde voor het Haagsche Bos te omzomen met honderd glazen dozen van 120 meter. De toenmalige wethouder Wijsmuller wist niet hoe snel hij dit ballonnetje moest lekprikken, want een slechtere reclame voor torenbouw was nauwelijks denkbaar.

Twintig woonlagen

Hagenaars en hoogbouw, het is een gevoelige combinatie. In de jaren dertig begonnen in Den Haag, net als in andere Nederlandse en Europese steden, de eerste architectonische verkenningen van de troposfeer. De inspiratie kwam uit Amerika, waar men al niet meer opkeek van skyscrapers hoger dan 250 meter. De Europeanen hielden het echter bescheiden en dat gold helemaal voor de Hagenaars.

Om het toch wat te laten lijken, werden hier alle ontwerpen van tien of meer verdiepingen al wolkenkrabbers genoemd. Voor de oorlog heeft men in Den Haag een handjevol van zulke gebouwen willen neerzetten. Het eerste, elf verdiepingen hoog, had in 1930 moeten verrijzen in de Van Hogendorpstraat.

Twee jaar later werd een flatgebouw van twintig woonlagen met de naam Cofamile geprojecteerd aan de Benoordenhoutseweg ter hoogte van Duindigt. Na nog eens vijf jaar kondigde de Haagsche Courant de komst aan van een autoshowroom annex woontoren van 50 meter op de hoek van de Toussaintkade en de Elandstraat.

Verraderlijke valwinden

Geen van deze plannen is gerealiseerd. Meestal omdat projectontwikkelaars de exploitatie simpelweg niet rond kregen, maar soms ook omdat Hagenaars protesteerden. Toen de PTT-directie in 1938 een nieuw hoofdkantoor liet bouwen in de De Ruijterstraat, dacht zij in eerste instantie aan een heuse ‘wolkenkrabber’. De omwonenden maakten echter bezwaar: een hoog gebouw zou te veel van hun licht wegnemen. Mopperend ging de PTT akkoord met een lagere, langgerekte constructie om haar 700 ambtenaren in onder te brengen.

De beduchtheid voor hoogbouw werd wellicht gevoed door berichten uit de Verenigde Staten. Wanneer de Haagse pers schreef over de wolkenkrabbers van New York en Chicago, was het altijd met een combinatie van sensatiezucht én huiver. Terwijl zij nieuwe hoogterecords verwelkomden als tekenen van de moderne vooruitgang, trakteerden kranten hun lezers ook regelmatig op horrorverhalen over uitslaande branden, gasontploffingen en zelfmoorden.

Daarnaast wezen hun correspondenten in Amerika vaak op de meer alledaagse nadelen van de ‘torenhuizen’, zoals defecte liften, het drukke verkeer dat zij aantrokken, de smog die tussen de gebouwen bleef hangen, verraderlijke valwinden en bovenal het gebrek aan daglicht in de straten – en de negatieve effecten daarvan op de volksgezondheid. De verslaggever van de Haagsche Courant in New York wist op 24 mei 1932 zelfs te melden dat trillingen veroorzaakt door het verkeer de staalgeraamten ernstig verzwakten, waardoor menige wolkenkrabber op instorten zou staan.

En hiermee belanden we weer in de huidige tijd, want in oktober 2018 werd bekend dat de twee nog vrij nieuwe Haagse ministerietorens aan de Turfmarkt zulke ernstige bouwkundige mankementen vertoonden dat om veiligheidsredenen delen van het complex moesten worden ontruimd. Op andere plekken werd wegens zwakke vloeren een ‘samenscholingsverbod’ ingesteld. Naast bezorgdheid van veel Hagenaars over het historische en groene karakter van hun stad, kunnen zulke nieuwsfeiten de Haagse hoogtevrees alleen maar vergroten.

Foto: Collectie Haags Gemeentearchief
Facebook
Twitter
LinkedIn

Het lentenummer is verschenen!

Dit nummer is verkrijgbaar in de Haagse boekhandels en tijdschriftenwinkels voor € 7,50 per exemplaar. Wil je geen uitgave missen, neem dan een abonnement en ontvang vier nummers voor € 31,50.
Nieuw nummer
Sluit Menu