Prinsegracht 6

Stadsherstel deel 9: Het brede huis van Bredius

Nr. 14 winter 2019

Door Piet Bogaards

In 1642 kocht de Haagse burgemeester Pieter Jansz. Splinter een stuk grond aan de zojuist gegraven Prinsegracht om er een huis te laten bouwen. De gracht was vernoemd naar prins Frederik Hendrik, die hem had laten aanleggen voor de aanvoer van groenten en fruit vanuit het Westland naar de Grote Markt.

De Prinsegracht moest naar Amsterdams voorbeeld een voorname woongracht worden. Vandaar het voorschrift dat de woningen minstens één deur en vier ramen breed moesten zijn. Wie het breed had, moest breed bouwen en dat gold ook voor de burgemeester.

In 1652 kwam Splinters woning, nu Prinsengracht 6, gereed. Het pand met stallen en een koetshuis had de aanzienlijke som van 15.000 gulden gekost. Het huis bleef in de familie tot 1700, toen het verkocht werd aan Johan André van der Meulen, raadsheer van het Hof van Brabant. Hij liet er een etage op zetten, waardoor de hoogten van alle verdiepingen aangepast moesten worden.  

In 1730 werd het huis eigendom van Johan Gael, eveneens werkzaam bij het Hof van Brabant. Hij en zijn echtgenote Josina van Vreedenberg maakten er een waar stadspaleis van, met plafond- en wandschilderingen van J.H. Keller, sierstucwerk en een marmeren Louis XIV-schouw.

De volgende eigenaar, jonkheer Cornelis Jan Wittert, breidde de sanitaire uitbouw uit met een smalle bibliotheekruimte. Net niet smal genoeg, want buurman Van der Mieden op nummer 4 maakte ernstig bezwaar tegen het feit dat de ijzeren muurankers zich boven zijn grondgebied bevonden…

Fijnbesnaarde ziel

Na enige wisselingen van eigenaren in de negentiende eeuw werd Prinsegracht 6 in 1895 aangekocht door Abraham Bredius. Abrahams vader en grootvader hadden een aanzienlijk fortuin vergaard met de handel en fabricage van buskruit. De fijnbesnaarde ziel van Abraham was echter niet afgestemd op dat explosieve goedje. Hij wilde concertpianist worden, maar dat bleek na een blessure niet haalbaar.

Vervolgens stortte Bredius zich met tomeloze energie op de kunst. Hij reisde Europa door om kunstcollecties te bestuderen, deed intensief archiefonderzoek, werd ook connaisseur van oude meubelen, porselein, zilver, kostuums en juwelen en schreef talloze artikelen over schilderkunst.

Als collectionneur, expert en mecenas verwierf hij internationaal gezag. In 1889 werd Abraham benoemd tot directeur van het Mauritshuis. Vanaf dat moment groeide de betekenis van het museum aanzienlijk, dankzij de bruiklenen die hij uit eigen bezit aan de museumcollectie toevoegde.

Juffrouw Kakebeen

Als woonhuis van Bredius werd Prinsegracht 6 een gastvrij bolwerk van cultuur. Abraham woonde er met zijn huishoudster juffrouw Kakebeen, conciërge Willem Goudkamp en vanaf 1907 met zijn levensgezel Joseph Otto Kronig, omringd door schilderijen van Rembrandt, Jan Steen, Albert Cuyp en een enorme collectie antieke meubelen, porselein en zilverwerk. Vele kunstvrienden werden er ontvangen en er vonden concerten plaats waar musici als Willem Mengelberg en Richard Strauss bij aanwezig waren.

In 1909 nam Bredius afscheid als museumdirecteur. Dertien jaar later bleek de man die de staat uiteindelijk voor vele miljoenen aan kunst naliet niet langer bereid om de in zijn ogen te hoge rijksbelastingen te betalen. Hij vestigde zich in het belastingvrije Monaco, waar hij in 1946 overleed, 91 jaar oud. 

Vanaf zijn vertrek in 1922 werd zijn huis opengesteld als Museum Bredius. In 1984 verhuisde ‘het Bredius’ naar de Lange Vijverberg en in 1988 verwierf Stadsherstel het pand aan de Prinsegracht. Er werden vier luxe appartementen ingericht, waarbij vele authentieke elementen behouden zijn gebleven.

Facebook
Twitter
LinkedIn

Het lentenummer is verschenen!

Dit nummer is verkrijgbaar in de Haagse boekhandels en tijdschriftenwinkels voor € 7,50 per exemplaar. Wil je geen uitgave missen, neem dan een abonnement en ontvang vier nummers voor € 31,50.
Nieuw nummer
Sluit Menu