Ze vormen het oudste hofje van Den Haag. Het enige hofje ook, dat zonder binnentuin aan de straat is gelegen. Het verhaal achter deze ‘Geefhuisjes’ aan het Hoge Zand begint halverwege de zestiende eeuw.
Door Piet Bogaards
Cornelis Barthout Jansz, een vermogende Hagenaar die griffier was bij het Hof van Holland, had al een paar jaar onenigheid met de weduwe Margriette Jansdochter. Zij pachtte grond en een huisje van hem in het ‘Padmoes’, een modderige achterbuurt ten westen van het Spui.
Margriette had een forse erfhuurschuld van haar man geërfd en kwam maar niet over de brug. Toen zij in 1558 uit haar huisje dreigde te worden gezet, kwam ze met eigenaar Barthout Jansz tot een akkoord: ze mocht blijven als ze de achterstallige pacht zou betalen en bovendien in het Padmoes een kapelletje zou neerzetten ter ere van Sint Jacob, de patroonheilige van Den Haag.
Op zijn beurt liet meester Barthout tussen 1563 en 1565 in het Padmoes in totaal twaalf ‘geefhuisjes’ bouwen, bestemd voor armlastige vrouwen. Ook zette hij er een kapelletje neer ‘ter eeren der Heylige Drievoudigheyt’, want hij was een godvruchtig man. De bewoonsters van de geefhuisjes hoefden geen huur te betalen en kregen voor de winter 24 tonnen turf. Wel waren ze verplicht om dagelijks voor het kapelletje van Barthout vijf Onze Vaders en vijf Weesgegroetjes te bidden.
Overstroomd
In 1649 werd besloten om tussen de Wagenbrug en de ‘Sint Jacobsstraet’, waar de geefhuisjes stonden, een nieuwe (protestantse) kerk te bouwen. Daarom werden zes huisjes afgebroken, die in de weg stonden. Toen de Nieuwe Kerk af was, liepen de resterende woninkjes voortdurend grondwaterschade op. De kerk was namelijk op een verhoogd stuk grond gebouwd en het regenwater stroomde daarvandaan rijkelijk naar de huisjes. Die werden daarom in 1665 ook afgebroken. Enkele honderden meters zuidwaarts kwamen twaalf nieuwe huisjes, op een stuk bouwgrond dat met vele scheepsladingen zand was opgehoogd. Vandaar de naam van de nieuwe locatie: het Hoge Zand.
De wijk Padmoes verdween en zoals de toenmalige dominee-dichter Johannes Vollenhove, predikant van de Nieuwe Kerk, het formuleerde: met het godshuis kwam er een ‘Pathmos’ voor terug. Daarmee doelde hij op de naam van het Griekse eiland waar de apostel Johannes in ballingschap het bijbelboek Openbaringen zou hebben geschreven.
Eeuwenlang bleven de Geefhuisjes, ook wel de Heilige Drievuldigheids- of Sint Jacobshuisjes genoemd, gratis bewoning voor arme, meestal oudere vrouwen. In 1796 werden ze eigendom van de gemeente. Vincent van Gogh heeft ze in zijn jonge jaren wellicht nog getekend. In 1882 schreef hij aan zijn broer Theo: ‘Ik weet niet of gij de ‘geefhuisjes’ op de Brouwersgracht tegenover ’t gasthuis kent. Ik wou daar wel eens gaan teekenen als het weer het toelaat. Ik maakte deze week er reeds een paar krabbels. Het zijn eenige rijen huisjes met kleine tuintjes die naar ik meen aan het armenbestuur hooren.’
Na 1945 waren ze verkrot. Huisjes zonder elektrisch licht, met vocht onder de vloeren, slecht sanitair en een steile trap naar de onbeschutte zolder. Er gingen stemmen op om ze te slopen, maar gelukkig werden ze in 1966 op de Monumentenlijst geplaatst. In 1977 kregen de huisjes een uitbouw met badkamer en keuken en in 1990 volgde nog een renovatie ten behoeve van een project ‘begeleid wonen’ voor oudere vrouwen. Het bleek echter niet te voldoen en in 2004 kocht Stadsherstel de panden, waarna in 2006 de renovatie naar huidige maatstaven werd voltooid. Den Haag geeft weer om de Geefhuisjes!