Dubbele brandweerkazerne

Stadsherstel deel 1: Dubbele kazerne

Nr. 06 winter 2017

Door Piet Bogaards

Wie rond 1900 het politie bureau aan de Keizerstraat van Scheveningen  betrad, zal niet bepaald onder de indruk zijn geweest. In een oud, vervallen pand zaten veelal oude re, slecht geschoren mannen. De een repareerde klokken, de ander fietsen of schoenen.

Bijverdienen moest wel, want een diender verdiende vijftig gulden per maand. Daarvoor draaide hij dagdiensten van 11,5 uur en nachtdiensten van 13,5 uur. Ook de vrijwillige brandweer stelde nog niet veel voor, al was zij na de grote brand in het Kurhaus in 1886 vervangen door een beroepskorps. In de brandweerpost aan de Prins Willem straat bevond zich een door paarden getrokken stoomspuit.

Inmiddels begon Scheveningen zich te ontwikkelen van vissersdorp tot  internationale badplaats. Vanaf 1900 werden het Statenkwartier, de Archipelbuurt en de wijk Belgisch Park gebouwd. Het aantal branden nam toe, evenals het aantal politietaken. Er was de overlast op zomerse stranden en ook toen bezorgde de straatjeugd de politie handen vol werk. Berucht was de ‘Bloedpoort’ aan het eind van de Keizerstraat, bij de Marcelisstraat. Daar woonden de grootste vechtersbazen en dronkaards. In 1928 verhuisden die naar de Magneetstraat (thans Ducdalfstraat), maar ook daar kregen zij het veelvuldig aan de wapen stok met de politie.

In 1903 vond een reorganisatie van de politie plaats. Het aantal agenten werd verdubbeld en de arbeidsomstandigheden werden verbeterd. Een jaar later besloot het College van B&W om brandweer en politie onder te brengen in een grote, nieuw te bouwen kazerne. Stadsarchitect Adam Schadee kreeg de opdracht om een ontwerp te maken en tekende het fraaie gebouw zoals het zich nu nog als Rijksmonument aan de Duinstraat bevindt.

In 1921 werden politie en brandweer in een dienst samengevoegd. Politiemen sen moesten ook eenvoudige blustaken overnemen, tot grote verontwaardiging van het brandweerkorps. De hoofd commissaris die leiding gaf aan deze reorga nisatie was de omstreden François van ‘t Sant. Of hij daar zoals werd beweerd 4000 gulden per jaar wijzer van is geworden, is niet zeker.

De brandweer heeft hij overigens grote diensten bewezen. De paarden gingen de kazerne uit en de gemotoriseerde brandweerwagens kwamen erin, evenals de Magirus-brandladderwagen. In de bezettingstijd van 1940 -1945 bleken   de Duitsers echter niet alleen fietsen te stelen: al dat mooie brandweermaterieel ging uiteindelijk naar de brandende steden in Duitsland. Aan het gecombineerde politie-brandweerkorps hadden de bezetters trouwens in 1941 al een eind gemaakt. Beide diensten opereerden voortaan weer zelfstandig.

Na de oorlog kwam de kazerne, die in het Sperrgebiet had gelegen, weer vol  in bedrijf. Nieuwe tijden braken aan, waarin onder andere het Palais de Danse en het Kurhaus Cabaret afbrandden, de Stones-fans het Kurhaus ‘verbouwden’ en de politie geregeld moest optreden bij nozembendes die elkaar bevochten.

Inmiddels heeft de brandweer in de Duinstraat een nieuw onderkomen gekregen en zal ook de politie op termijn het oude kazernegebouw verlaten. Het rechterdeel van het pand is aangekocht door Stadsherstel Den Haag, die er luxe appartementen in laat maken. Een respectvolle redding van een monument dat zoveel redders onder zijn dak heeft gehad.

Facebook
Twitter
LinkedIn

Het lentenummer is verschenen!

Dit nummer is verkrijgbaar in de Haagse boekhandels en tijdschriftenwinkels voor € 7,50 per exemplaar. Wil je geen uitgave missen, neem dan een abonnement en ontvang vier nummers voor € 31,50.
Nieuw nummer
Sluit Menu