Aan het hof van Oranje speelden echtgenotes een niet te onderschatten rol. Maar daarover is nog maar weinig geschreven. Een verse generatie historici onderzoekt in nauwelijks bekeken bronnen het leven van de eerste stadhoudersvrouwen.
Door Marchien den Hertog
‘Dat vrouwtje verdient toch geen biografie.’ Femke Deen grinnikt als ze denkt aan de opmerking die ze een keer kreeg op een lezing. Deen schreef de biografie van Anna van Saksen, de tweede vrouw van Willem van Oranje, die uiteindelijk door hem werd verstoten.
Het plan was om een boek te schrijven over alle vier zijn vrouwen, maar over de eerste, Anna van Buren, was helaas niet genoeg te vinden. Deen was dan ook blij verrast toen er in het Koninklijk Huisarchief dikke brievenboeken werden aangedragen met brieven van Anna van Saksen. ‘Ik stuitte op veel correspondentie, waar nog weinig mee is gedaan.’
‘Er liggen veel, heel veel brieven van vrouwen in het Koninklijk Huisarchief (KHA), maar tot voor kort is daar nauwelijks naar gekeken,’ beaamt Ineke Huysman. Ze is al jaren bezig brieven uit de Gouden Eeuw te digitaliseren, van staatslieden als Willem van Oranje, Johan de Witt en Constantijn Huygens. De laatste correspondeerde intensief met Amalia van Solms, echtgenote van Frederik Hendrik, en daardoor realiseerde Huysman zich hoeveel brieven van vrouwen er in het archief bewaard worden.
We spreken Ineke en Femke in het sfeervolle Buitenmuseum; van waar uit bouwmeester Van Balckeneynde en schilders Paulus Potter en Jan van Goyen de Amalia’s ambities en vorstelijke hofhouding te voeren ondersteunden met kunstwerken en paleizen.
Femke Deen vertelt: ‘Bronnen van vrouwen zijn enorm verwaarloosd in de geschiedschrijving. Op wetenschappelijk niveau is er nauwelijks aandacht besteed aan de vier vrouwen van Willem van Oranje. Niemand had een idee van wat er allemaal ligt in het KHA. Het werd niet bestudeerd, omdat de brieven alleen zouden gaan over huishoudelijke zaken, kinderen opvoeden of recepten.’
‘Er werd helemaal aan voorbij gegaan dat deze brieven een middel waren voor die vrouwen om hun netwerk te onderhouden en politieke invloed uit te oefenen, om een eigen identiteit te creëren. Als je met die invalshoek kijkt, zie je ineens dat het hele waardevolle bronnen zijn die hele andere blik werpen op de geschiedenis.’
Assertief
Anna van Saksen heeft niet aan het Haagse Hof gewoond – ze is zelfs nooit in Den Haag geweest. Maar de stadhoudersvrouwen na haar zaten wel in dat centrum van de macht en moesten uitvinden hoe daarmee om te gaan. Onder hen zes dames uit Huysmans brievenproject, van wie ook de Friese tak voortdurend bezig was met wat er in Den Haag gebeurde.
De Friese stadhoudersvrouwen waren goed in het opkomen voor hun belangen, vertelt Ineke Huysman. ‘Zeker als ze weduwe werden, en vooral natuurlijk als regentes voor hun kinderen. Je ziet het in de correspondentie. Op het moment dat de echtgenoten zijn overleden, spreekt iedereen die zich daarvoor tot hun man wendde, de vrouwen aan. Letterlijk een paar dagen na de dood van stadhouder Willem II begint zijn vrouw Mary Stuart I pas echt te corresponderen, in belang van haar net geboren zoon, de latere Willem III.’
Zo ook Albertine Agnes, de vrouw van Friese stadhouder Willem Frederik die zichzelf met een pistool in het gezicht schoot. ‘Ik vind haar wel een stoer wijf,’ zegt Huysman, ‘zoals ze na de dood van haar man opkwam voor haar kinderen en de hofhouding Friesland in stand heeft gehouden.’
Het stadhouderschap was in Friesland nog niet erfelijk. ‘Ze wilde heel graag haar zoon die nog klein was op die plek hebben. En daar is ze meteen over gaan schrijven, zelfs met Johan de Witt. Ze was geen wegkwijnende weduwe en heeft nog heel erg geleefd. Ze heeft allerlei buitens laten bouwen en is een mecenas geworden.’
Het zijn vaak de vrouwen die de belangen van de dynastie in de gaten houden. Bijvoorbeeld door huwelijkskandidaten te kiezen. ‘Ook dat is heel lang onderschat,’ aldus Femke Deen. ‘Alsof de twee schoonmoeders dat bekonkelden in een achterkamertje. Het waren onderhandelingen die jaren duurden en op het allerhoogste niveau gevoerd werden.’
Anna van Buren moest voor haar huwelijk met Willem van Oranje toestemming krijgen van keizer Karel V. ‘Omdat haar vader was overleden regelde haar moeder dat. Voor de vrouwen was het een belangrijke manier om hun netwerken te versterken en een kans om zelf banden te onderhouden.’
Vaak hadden de vrouwen een eigen netwerk. Deen: ‘Van Anna van Buren wordt altijd aangenomen dat ze een provinciaals meisje was. Maar zij nam juist een enorm netwerk mee van haar vader. En in eerste instantie was zij het aanspreekpunt is voor die relaties uit het graafschap Buren. Pas na haar dood kreeg Willem van Oranje direct contact met een aantal edelen uit haar netwerk. Hij was aan het front, dus ze moest zich sowieso met de zaken bemoeien. Maar ze bestuurde ook haar eigen domeinen namens hun minderjarige kinderen. Veel correspondentie liep via haar.’
Huysman: ‘Van Amalia van Solms werd zelfs gezegd: eerst zorgen dat je bij haar in een goed blaadje komt. Dan kom je wel bij de man terecht. Die reputatie had ze. Ze werd ook overal bij betrokken.’
Zelfbeheersing
Wat dat betreft vindt Deen het soms jammer dat haar eerste biografie over Anna van Saksen gaat. ‘Bij de drie de andere vrouwen was de manier waarop ze politieke invloed uit oefenden en netwerken opbouwden veel duidelijker. En daardoor makkelijker om te laten zien.’
Anna van Saksen was er op het eerste gezicht niet zo mee bezig. ‘Deels uit karakter, misschien ook omdat ze niet echt een eigen netwerk meenam. Wel een grote bruidsschat, maar Willem van Oranje had al snel een betere verstandhouding met haar familie dan zijzelf. Voor zover ze zich met politiek bemoeide, was ze vooral een afremmende factor.’
Anna, die zich steeds meer door haar man verwaarloosd voelde kreeg een buitenechtelijke affaire met Jan Rubens, vader van de schilder. Daarom werd ze door Willem verstoten. Hier had ze een duidelijk grens overschreden, maar dat deed ze eerder ook met ongeremd gedrag en haar weigering zich te houden aan conventies.
‘Ze had denk ik wel de intelligentie die nodig was om haar positie ten volle te benutten,’ zegt Deen. ‘Maar niet de zelfbeheersing en ook niet de echte interesse om dat te doen. Je kon invloed uitoefenen, maar voor de bühne moest het lijken of de man de baas was. Je moest nederig zijn en deemoedig en je niet te veel op je positie laten voorstaan. Dat had Anna niet goed in de gaten.’
Informele macht
‘Dat waren de ongeschreven regels.’ Huysman herkent het smalle veld waarin de vrouwen konden opereren. ‘Deze vrouwen hadden informele macht, waar de ene beter gebruik van maakte dan de ander,’ aldus Deen. ‘Dat had te maken met hoe strategisch je was. Iemand als Amalia wist goed de grenzen in de gaten te houden. Dat vereiste een diplomatieke grondhouding die zij wel had.’
Daarmee was Amalia kampioen informele macht. ‘Je ziet het aan de huwelijken van haar dochters,’ aldus Huysman. ‘De oudste, Louise Henriette, was heel erg verliefd op de prins van Tarente, ze waren helemaal hoteldebotel van elkaar. Maar ja, het was Amalia’s oudste dochter en voor haar had ze een veel interessantere partner, de keurvorst van Brandenburg.’
Jammer dan voor Louise. ‘Voor ons is dat natuurlijk heel bruut, maar toen ontstonden huwelijken op dat niveau bijna nooit uit liefde. Maar het was wel echt heel zielig, ook voor de prins van Tarente. Zijn hart was gebroken,’ aldus Huysman.
Amalia, die van de Oranjes een echte dynastie wilde maken, was buitengewoon berekenend en schaakte op verschillende borden. Bijvoorbeeld met Karel Stuart, de Engelse koning die hier in ballingschap verbleef toen Oliver Cromwell in Engeland aan de macht was. ‘Hij zag het wel zitten om met Amalia’s dochter Henriette Catherina te trouwen. We hebben onlangs brieven aan Amalia teruggevonden waarin hij zich presenteert en Henriette ten huwelijk vraagt.’
Amalia was al bezig met iemand anders, maar zei niets tegen Karel, want de mogelijke koning van Engeland was een interessante partij. ‘Ze hield iedereen aan het lijntje’ vertelt Huysman. ‘Toen het er even naar uitzag dat de zoon van Cromwell aan de macht zou komen heeft ze Karel aan de kant gezet omdat hij geen koning zou worden. Uiteindelijk werd hij dat toch en baalde ze als een stekker. Karel was natuurlijk best pissed off, dus toen ze haar jongste dochter Maria aanbood zei hij natuurlijk: nou nee laat maar.’
‘Inschattingsfoutje,’ aldus Deen laconiek. ‘Maar het geeft wel aan hoezeer ze de touwtjes in handen had.’
Ook nu is er een Oranjevrouw die ook heel goed met informele macht kan omgaan en dat is Máxima, ziet Deen. ‘Zij is iemand die de balans kan bewaren. Je kunt zien dat er nog steeds ongeschreven regels zijn voor het beeld je als koninklijk persoon naar buiten presenteert.’
Het koningshuis ligt onder een vergrootglas. En dat was toen ook zo met de stadhoudersfamilie. ‘Over Anna van Saksen en haar gedrag werd op straat gesproken en geroddeld. Ze had natuurlijk een representatieve functie, en het was belangrijk dat je de grandeur ophield. En daar brak Anna steeds doorheen. Wij kunnen een buitenechtelijke affaire hebben en daar heeft verder niemand mee te maken. Maar stel je je voor dat Máxima zoiets zou doen, dan zou er ook volop schande over worden gesproken.’
Anna van Saksen was heel erg open. ‘Haar brieven zijn een soort venster van haar ziel Haar emoties knallen van papier waar anderen heel ingetogen zijn. Maar daardoor ben ik veel over haar te weten gekomen.’
De Hoer van Lotharingen
Vanwege haar emotionele uitbarstingen en gedrag is Anna van Saksen in de geschiedschrijving weinig serieus genomen. Het komt Deen nog steeds te staan op de opmerkingen uit het begin van het stuk. ‘Ik heb wel tien keer gehoord: “eigenlijk heeft ze het er zelf naar gemaakt.” Altijd van een man. En heel veel van vrouwen zeggen: ze is echt schandalig behandeld. Terwijl ik heb geprobeerd het in het midden te laten.’
Ook Béatrix-Marie-Françoise Cusance hertogin van Lotharingen en onderwerp van Huysmans promotieonderzoek, heeft in de geschiedschrijving altijd veel kritiek gekregen. Want er was al een hertogin van Lotharingen – haar echtgenoot was getrouwd. ‛De oude geschiedschrijving en de meeste mannen van nu zeggen dat ze er op uit was om die vrouw te laten verstoten. Maar ze was een meisje van negentien!’
‘De hertog had gezegd: ik regel wel dat dat eerste huwelijk ongedaan wordt gemaakt, wij gaan alvast trouwen. Toen ze kinderen kregen, dacht ze natuurlijk: nou ben ik echt de hertogin van Lotharingen. Daar heeft ze heel hard voor gestreden, en dat wordt gezien als manipulatief en berekenend. Ze werd wel de Hoer van Lotharingen genoemd. Door tijdgenoten maar ook door negentiende-eeuwse geschiedschrijvers’. Deen: ‘Echt?’
Huysman: ‘Ik moet er wel bij zeggen: op een gegeven moment hoorde ze een soldaat haar de ‘veldvrouw van de hertog van lotharingen’ genoemd. En toen heeft ze die man laten executeren. Haar man was aan het jagen en kwam thuis en zei: wat heb je nou gedaan?’
‘Ik wilde me bij het schrijven van dit boek niet laten leiden door feministische ideeën, maar de reacties op Anna van Saksen hebben me een stuk militanter gemaakt,’ concludeert Deen. En Huysman probeert vrouwen naar voren te halen in al haar projecten, ook die over Johan de Witt of Constantijn Huygens.
‘Huygens heeft met 193 verschillende vrouwen geschreven. Van hoog tot laag en niet alleen over huishoudelijke zaken. Er valt nog heel wat te halen, want al die bronnen zijn in de oudere geschiedschrijving niet gebruikt. Of er staat in een noot: niet belangrijk.’
*
Femke Deen en Ineke Huysman
Femke Deen promoveerde in 2012 op de rol van propaganda en media tijdens de Nederlandse Opstand in Amsterdam. In 2018 publiceerde ze Anna van Saksen. Verstoten bruid van Willem van Oranje. Ze wekt nu aan een boek over Charlotte de Bourbon, Oranjes derde echtgenote.
Ineke Huysman is gespecialiseerd in de Gouden Eeuw en leidt bij het Huygens ING de digitalisering van brieven van Willem van Oranje (klaar) en Constantijn Huygens, Johan de Witt en de stadhoudersvrouwen. Ze is verder bezig een negentiende-eeuws dagboek toegankelijk te maken en werkt mee aan de digitalisering van autografen in de Koninklijke Verzamelingen. Dat is een enorme collectie handschriften uit de vroege zestiende tot en met negentiende eeuw, aangelegd door koningin Sophie en haar zoon Alexander . Daarin zitten duizenden stukken van klinkende namen als Luther en Voltaire. ‘Juweeltjes en vrijwel niemand weet van het bestaan.’
*
Een netwerk van correspondentie
In 2016 stelde het Huygens ING ruim 3.959 brieven beschikbaar via een database. Het zijn brieven aan en van zes stadhoudersvrouwen die bewaard worden bij de Koninklijke Verzamelingen in Den Haag.
De brieven zijn te lezen via Early Modern Letters Online (EMLO), een project van Oxford University dat brieven van zo veel mogelijk instellingen samenbrengt in een database. Met hulp van metadata wordt zo hopelijk een internationaal netwerk van correspondentie in Europa zichtbaar. ‘Omdat ook de stadhoudersvrouwen internationaal opereerden, was dit een geschikt platform, ’aldus Ineke Huysman die namens het Huygens ING het project coördineert.
‘Ik kwam voor mijn onderzoek veel op het Koninklijk Huisarchief en ontdekte hoeveel correspondentie daar nog ligt waar nog nooit iets mee is gedaan, ’ vertelt ze. ‘Het is klein en ze kunnen daarom niet veel bezoekers ontvangen, dus vinden ze het fijn als de collectie digitaal in te zien is.’
Zes zeventiende-eeuwse stadhoudersvrouwen staan nu in de database, de vrouwen uit de zestiende eeuw komen vanaf volgend jaar online en daarna volgen de dames uit de achttiende eeuw. Dat kost steeds meer werk, want van de achttiende-eeuwse Anna van Hannover zijn 3500 brieven bewaard, van Marie Louise van Hessen-Kassel 7500 en van de laatste stadhoudersvrouw Wilhelmina van Pruisen nog veel meer.
Op het KHA liggen brieven die de vrouwen ontvangen hebben en soms een afschrift van een uitgaande brief, die meestal elders worden bewaard. ‘We hopen dat ook die door andere instanties via EMLO worden ingevoerd – er staan nu bijna 150.000 brieven van circa 1000 instellingen in.
Het is te duur om alle brieven te transcriberen, maar bij de digitalisering van de brieven van Johan de Witt wordt geëxperimenteerd met automatische handschriftherkenning. ‘Het werkt hartstikke goed, juist als het om één handschrift gaat, maakt niet uit hoe verschrikkelijk dat is. Ik hoop dat we het op termijn ook kunnen gebruiken voor dit project.’
De brieven die nu al in te zien zijn: van de hoven in Den Haag: Amalia van Solms-Braunfels (1602-1675); Mary Stuart (1631-1640) en Mary II Stuart (1662-1694). Van het Friese Hof in Leeuwarden: Sophia Hedwig von Braunschweig-Wolffenbüttel (1592-1642); Albertine Agnes van Oranje-Nassau (1634-1696) en Henriëtte Amalia von Anhalt Dessau (1666-1726).
De brieven zijn in te zien via het EMLO, met verwijzingen op Koninklijke Verzamelingen en het Huygens Instituut. Op de facebookpagina van de stadhoudersvrouwen zijn veel interessante en leuke voorbeelden van brieven te zien.