De grote uitbreidingen van Den Haag, eind negentiende eeuw verdeelden de stad in zand en veen. Het waren dynamische tijden waar de Haagse wethouder van mobiliteit en cultuur Robert van Asten graag bij was geweest. Ze resulteerden in een compacte stad – die voor iedereen toegankelijk moet blijven.
‘Ik zou heel graag eens door Den Haag willen lopen in de periode dat de stad zijn voegen barstte, zo aan het einde van de negentiende eeuw. Toen werd de Schilderswijk gebouwd, en Duinoord. Het was een tijd van enorme bedrijvigheid en groei van de industrie. Toen is ook de scheiding ontstaan; op het zand de duurdere woningen, op het veen kleine huizen voor arme gezinnen.
Den Haag werd zo een hele gesegregeerde stad; aan de ene kant die grote mooie huizen in het groen, aan de andere kant veel mensen op elkaar in hofjes en sloppen. We hebben daar nu nog last van. Die slechte huizen hebben, bijvoorbeeld in de Schilderswijk, te lang gestaan. En toen we ze in de jaren zeventig eindelijk gingen aanpakken, hebben we de historische fout gemaakt om het stratenpatroon niet te veranderen.
Maar het was ook een periode met een grote instroom van buiten. We moeten goed beseffen dat de stad altijd mensen heeft getrokken. En dat vind ik mooi: waren ze eerst nog ‘die Brabander’, na een poosje waren nieuwkomers ook gewoon Hagenaars en Hagenezen. We kunnen daar nog van leren.
Suezkade
Overigens is Den Haag in de jaren zestig nog veel meer gegroeid. Toen is er in Zuidwest een gebied zo groot als Delft bij gebouwd. Wijken die zijn aangelegd volgens interessante bouwprincipes, waar gezinnen wel in het groen kunnen wonen.
Toch is Den Haag een compacte stad gebleven. Daarom is de fiets hier het ideale vervoermiddel. Je kunt in een straal van 10, 15 kilometer overal komen, daarbuiten pak je een elektrische. Fietsen is zo’n efficiënte manier van voortbewegen. Het is goedkoop en een fiets neemt nauwelijks ruimte in, op de weg of bij het parkeren. Als we iedereen op de fiets krijgen hebben we een perfecte stad.
Mijn favoriete fietsrondje is via Zuidwest naar Midden Delfland, Delft en dan uiteindelijk weer terug naar huis. Ik fiets ook graag over de Suezkade. Een van de weinige brede kanalen in Den Haag, met veel groen en een mooie bebouwing. En aan alle beide kanten een fietspad. Als je uit Scheveningen komt zie je opeens de gasfabriek erboven uitsteken; een prachtig contrast; dat rauwe, lompe met de chique huizen. Ook die tegenstelling is eigenlijk heel Haags.
Vouwwagen
De aanleg van het Prins Bernhardviaduct is de grootste fout op mobiliteitsgebied van de vorige eeuw. Wie er ooit bedacht heeft dat er een snelweg naar het midden van de stad moest komen…waanzin. Gelukkig zijn ze gestopt, anders was de schade helemaal niet te overzien.
Den Haag is te klein voor al die auto’s. Als iedereen thuis is, staan ze allemaal voor de deur. Dan zijn de straten propvol, is er geen ruimte meer om te spelen. Niemand heeft er iets aan, het is zonde van de openbare ruimte. Het is te hopen dat mensen na de coronacrisis meer thuis blijven werken.
Misschien gaan ze dan eens nadenken over de kosten van een vervoermiddel dat ze maar één keer per week gebruiken. Dan moeten we er meteen bovenop te zitten en mensen laten weten wat de alternatieven zijn. Dat ze niet bang hoeven te zijn om een auto te delen met een slordige buurman. Daar zijn allerlei betrouwbare mogelijkheden voor, in Den Haag bijvoorbeeld coöperaties die samen een aantal auto’s inkopen.
Mijn echtgenoot en ik gaan wel met de auto op vakantie. We hebben namelijk een vouwwagen. We waren al van plan om dit jaar in Nederland te blijven. Ons land is zo mooi. We gaan naar Drenthe, vlakbij de Veenkoloniën. Een machtig interessante plek, vanwege de gedachte om de ellende in de steden aan te pakken: om zo mensen te helpen – echt idealisme.
Natuurlijk was het paternalistisch. Daarom is het ook mislukt waarschijnlijk. Die paupers dachten: je kunt me wat. Ze hadden helemaal niets in de steden. Maar wat niet onderkend werd: ze hadden hier wel een sociaal vangnet: de buurt, familie. Een sociaal vangnet is het belangrijkste wat er is. Dat merk je nu ook.’