Intocht van koningin Wilhelmina met een rijtoer op op 6 juli 1945. Achter haar Erik Hazelhoff Roelfzema, haar adjudant. Afbeelding Haags Gemeentearchief

Een middenstandsvillaatje voor Wilhelmina

Nr. 15 voorjaar 2020

Door Dick Brongers

Op 13 maart 1945 stapte een gezette, krijgshaftige vrouw, gekleed in een vormeloze jas met een vos om haar nek, over een provisorisch met meel aangebrachte grensstreep in Zeeuws-Vlaanderen. Na bijna vijf jaar zette koningin Wilhelmina daar in het dorpje Eede voor het eerst weer voet op Nederlandse bodem. Het land waarin zij terugkeerde, was nog voor een deel bezet door de Duitsers en verkeerde in een deplorabele toestand. Dat gold ook voor de residentiestad waarnaar zij terugkeerde op 6 juli 1945. Den Haag was bijna onherkenbaar verminkt.

Tien dagen voor zij over de meelstreep schreed, was het Bezuidenhout voor een groot deel weggevaagd tijdens het ‘vergissingsbombardement’ van de geallieerden. De chique badplaats Scheveningen was door de Duitsers gedeformeerd tot een schier onneembare vesting en van Kijkduin tot voorbij park Clingendael waren voor de aanleg van een (anti-)tankgracht grote delen van Haagse woonwijken neergehaald. In de eens zo elegante en groene stad waren parken en bossen gerooid, 3200 woningen en bijna 300 andere gebouwen gesloopt, 2650 huizen onttakeld en straten en trambanen opgebroken.

De koningin achtte het daarom nog niet de tijd om zich weer in Paleis Noordeinde te vestigen. Dat zou een te schrijnende tegenstelling vormen met de noden van haar volk. In haar memoires Eenzaam maar niet alleen schrijft ze ook dat ‘ik bezorgd was, dat een weidse paleisomgeving de vertrouwelijke omgang en de openhartigheid, die zich door de omstandigheden tijdens de oorlog zo gelukkig hadden kunnen ontwikkelen, zou verstoren. Een eenvoudige behuizing – zo hoopte ik – zou de sfeer scheppen, waarbinnen die vertrouwelijkheid en die openhartigheid bewaard bleven’.

In Scheveningen, aan de Nieuwe Parklaan op de nummers 110, vond Wilhelmina begin september passende woonruimte. Haar administratieve diensten en leden van de hofhouding trokken in het huis ernaast. ‘Ik had er heerlijke zeelucht.’

De koninklijke standaard van koningin Wilhelmina in top op Nieuwe Parklaan 110, 1946.
Afbeelding: Haags Gemeentearchief/Anefo

Drie onder een kap

Dat de vorstin hiermee een goede pers oogstte, blijkt uit een artikel in de Nieuwe Courant van 2 april 1946 met de kop ‘Een Vorstin leeft onder Haar Volk’ en de onderkop: ‘Onze Koningin leeft in uitersten eenvoud’. De verslaggever blijkt onder de indruk van de soberheid die Wilhelma betrachtte.

‘De Koningin zelf woont op het oogenblik in een kleine, onopvallende woning aan de NieuweParklaan in Scheveningen, een doodgewone burgerbehuizing. Zoo klein is het huis, waar Zij Haar domicilie koos, dat men eerst moeilijk kon geloven dat daar achter de vensters, waarvan de ruitjes in lood zijn gevat, een vorstin haar staatsstukken leest. Het is een middenstandsvillaatje, het rechterhoekhuis van een blok van “drie onder een kap”.’ Het huis van Hare Majesteit is volgens de krant op elk gebied een ‘huis uit de rij’, een huis met een straatdeur en een belletje, voortuintje en een hekje, een slaapkamer met een balcon.’

Wilhelmina wilde zich kunnen inleven in het bestaan van haar onderdanen, concludeert de journalist. ‘Het is daarom dat Zij verhuisde van het Noordeinde naar de NieuweParklaan 110. Waar Zij dezen winter een kachel stoken zal met hetzelfde rantsoen kolen dat wij allen krijgen. Het is daarom dat Zij in een eetkamertje dat niet meer plaats biedt dan voor zes menschen haar maaltijden gebruikt, bereid van dezelfde ingrediënten, die wij allen krijgen op onze levensmiddelenkaart.’

Emanuel Kahn was eigenaar van het modehuis Maison de Paris, dat een filiaal had in Utrecht, Arnhem en in Den Haag op de Plaats 16. Afbeelding: Haags Gemeentearchief

Kersvers bruidspaar

In ‘dit uur van grooten nood’ leefde de Koningin onder haar volk. Maar waarom stond haar nieuwe woning eigenlijk leeg?

Nieuwe Parklaan 110 en aangrenzende panden waren in 1925 gebouwd door aannemer Pieter B. van Dael, in opdracht van Emanuel Kahn. De grond bezat de welgestelde, uit een Joods geslacht afkomstige Kahn in erfpacht. Hij had zijn kapitaal opgebouwd als eigenaar van het modehuis Maison de Paris in Utrecht. In Arnhem bezat hij – samen met Ludwig Cohn uit Velp – een gelijknamig modehuis en aan de Plaats 16 in Den Haag een derde zaak met die naam.

Kahns ondernemerschap was bepaald succesvol, want behalve van de woningen aan de Nieuwe Parklaan was hij ook eigenaar van een villa in Wassenaar, De Wilde Zee aan de Raaphorstlaan 35, met ernaast een boerenbedrijf waar hij een beheerder had wonen. Ten slotte bezat hij aan de Klatteweg 1 in de wijk Duttendel nog een zomerresidentie.

Kahn was gehuwd met Mimmi Ostwald, wier vader eigenaar was van het modehuis Heinemann & Ostwald, gevestigd op Plaats nummer 17. Op 5 oktober 1926 trouwde hun dochter Alice Erika Kahn met Max van Veen, firmant van een textielgroothandel. Het kersverse bruidspaar betrok als eerste bewoners het zojuist gereed gekomen pand Nieuwe Parklaan 110. In de vijftien jaar dat ze er woonden, kregen ze drie kinderen: Edgar (1929), Onno (1932) en dochter Sandra Joyce (1939).

Alice Erika Kahn, Emanuels dochter, trouwde met Max van Veen in 1926, en woonde met hem op de Nieuwe Parklaan 110. Afbeelding: www.joodsmonument.nl
 

Evacuatiezone

Al vanaf oktober 1940 werden de Joden in Den Haag steeds verder geïsoleerd, onteigend en verwijderd van het gewone leven. Kahns villa De Wilde Zee en het boerenbedrijf werden geconfisqueerd. De villa werd verhuurd aan Cornelis van Geelkerken, Musserts plaatsvervanger.

Eind 1941 was de uitsluiting totaal en begonnen de deportaties. Die werden in Den Haag geregeld door afdeling IV B4 (het Judenreferat) van de Sicherheitsdienst. Dit kantoor was gevestigd in een van de buurpanden aan de Nieuwe Parklaan, Villa Windekind, voormalig onderkomen van de Haagse hoofdcommissaris François van ’t Sant, vertrouwensman van Wilhelmina.

Het gezin Van Veen wachtte de deportaties niet af en dook onder. Hun huis werd eind 1942 opgenomen in het evacuatiegebied voor de aanleg van de Festung Scheveningen. Het pand werd nog korte tijd gebruikt als bewaarschool voor kinderen van de Duitse bezetter. Later werden alle bruikbare materialen zoals sanitair en leidingen eruit gesloopt, een lot dat vrijwel alle gebouwen in de evacuatiezone beschoren was.

Max van Veen en zijn zoon Onno wisten uit handen van de Duitsers te blijven. Onno werd opgenomen in een pleeggezin en emigreerde na de oorlog naar de Verenigde Staten, waar hij als taxidermist ging werken. Hij overleed in 1986 in Colorado.

Max sloot in juli 1945 een huurcontract voor de Nieuwe Parklaan af met de intendant van de koninklijke paleizen, jhr. Sickinghe. Het hof zou de herstelwerkzaamheden voor haar rekening nemen. Na het vertrek van de vorstin heeft de familie er zelf nog gewoond. Max hertrouwde in juni 1950 met Cilia van Veen en overleed in 1992 in Den Haag.

Moeder Alice, zoon Edgar en dochter Sandra werden alsnog opgepakt. Het digitaal Joods Monument vermeldt wat er met ze is gebeurd:

Alice Erika van Veen-Kahn, Den Haag, 24 september 1904 – Auschwitz, 6 maart 1944. Bereikte de leeftijd van 39 jaar;

Edgar van Veen, Den Haag, 14 december 1929 – Auschwitz, 6 maart 1944. Bereikte de leeftijd van 14 jaar;

Sandra Joyce van Veen, Den Haag, 29 juni 1939 – Auschwitz, 6 maart 1944. Bereikte de leeftijd van 4 jaar.

Gedenkplaat

Het was Wilhelmina ‘een bron van vreugde steeds weer te merken, dat mijn bezoekers en bezoeksters zichzelf bleven in mijn gezellige villa’. In Eenzaam maar niet alleen laat ze zich niet uit over de vorige bewoners. Na verloop van tijd groeide de koningin uit het pand, maar gelukkig was tegen die tijd het inmiddels opgeknapte paleis Het Loo in Apeldoorn weer beschikbaar. In de oorlog was het een militair hoofdkwartier geweest van de Duitsers, na de bevrijding had de staf van de Nederlandse strijdkrachten er haar intrek genomen.

Ruim dertig jaar later, op 31 augustus (Wilhelmina’s geboortedag) 1977, arriveerde haar dochter Juliana bij de hervormde Nieuwe Badkapel aan de Nieuwe Parklaan. Ze werd er ontvangen door de Haagse burgemeester Schols, om een gedenkplaat te onthullen aan de gevel van de naburige villa waar haar moeder net na de oorlog had gewoond. Na toespraken van enkele leden van het comité dat het initiatief tot de gedenkplaat had genomen, begaf het gezelschap zich naar het voormalig vorstelijk verblijf op nummer 110. Daar onthulde de vorstin een zwart marmeren gevelsteen met de tekst:

‘NA DE BEVRIJDING WOONDE EN WERKTE IN DIT HUIS
VAN SEPTEMBER 1945 TOT APRIL 1946
HARE MAJESTEIT KONINGIN WILHELMINA
SYMBOOL VAN VERZET TEGEN ONDERDRUKKING.’

Zou het in dit speciale herdenkingsjaar 2020 de gemeente Den Haag niet sieren op deze plek ook de eerdere bewoners van de panden aan de Nieuwe Parklaan in herinnering te brengen? Koning Willem Alexander bracht dit jaar een bezoek aan Auschwitz dat diepe indruk op hem maakte. Wellicht dat hij, als historicus en achterkleinzoon van Wilhelmina, een gedenkteken wil onthullen met de namen van de omgebrachte gezinsleden van Max van Veen.

*

De erfpachtkwestie

Tijdens de Duitse bezetting waren de woningen van Joodse huiseigenaren onder beheer gesteld en in veel gevallen verkocht aan niet-Joodse of collaborerende Nederlanders. Als gevolg van de toenemende economische ontwrichting en de massale vlucht van ‘foute’ Nederlandse oorlogsbeheerders en -kopers in september 1944, waren aan het einde van de oorlog veel gemeentelijke heffingen onbetaald gebleven.

Steden als Amsterdam, Rotterdam, Groningen, Utrecht, Leeuwarden en ook Den Haag kozen er voor om die financiële schade te verhalen op de oorspronkelijke eigenaren of hun nabestaanden. Dat gold zowel voor de erfpachtcanon als voor zaken als straat- en brandverzekeringsbelasting. In navolging van de landelijke overheid waren zij van mening dat de Duitse bezetter verantwoordelijk was voor de aan de Joodse gemeenschap toegebrachte schade, niet de Nederlandse autoriteiten.

Daarnaast beriepen lokale overheden zich op de Nederlandse herstelwetgeving. Hierin werden alle anti-Joodse maatregelen nietig verklaard, met terugwerkende kracht. Dit betekende dat Joodse huiseigenaren ook tijdens de bezetting formeel eigenaar waren gebleven van hun huizen, met alle verplichtingen die daarbij hoorden, zoals het betalen van de erfpachtcanon. De Joodse eigenaren dienden eventuele schade zelf op de oorlogskopers of -beheerders te verhalen.

Dit beleid leidde tot conflicten die tot bij de Hoge Raad werden uitgevochten. In Den Haag voerde in 1948 de gemeenteraad heftige discussies over het betalen van de achterstallige erfpachtcanons. Het communistische raadslid Gerrit van Praag stelde dat deze kwestie met ‘een zekere bewogenheid’ behandeld moest worden. Het stak, aldus Van Praag, dat de gemeente tijdens de bezetting ‘uit gebrek aan moed of door welke omstandigheden ook, geen sterke maatregelen [….] heeft willen nemen’ maar nu ‘wel de moed en de durf vindt’ om de slachtoffers van de Duitse bezetting lastig te vallen. Hij vond dat de gemeente de niet betaalde canon als verliespost moest nemen.

De discussies leidden echter niet tot een verandering in het invorderingsbeleid. Pas bijna zeventig jaar later, in februari 2017, erkende het Haagse college van burgemeester en wethouders dat de handelwijze van de stad in de periode 1940-1955 ‘immoreel’ is geweest. Het stadsbestuur ‘betreurt dat niet eerder een passende wijze van erkenning of (moreel) rechtsherstel heeft plaatsgevonden’. De gemeente reserveerde 2,6 miljoen om het onrecht ongedaan te maken.

Verdieping

Daar dit een immorele aanslag is. De houding van de gemeente Den Haag tegenover Joodse eigenaren van onroerend goed 1940 -1955 door Robin te Slaa (2017)

Hoofdfoto:

Intocht van koningin Wilhelmina met een rijtoer op op 6 juli 1945. Achter haar Erik Hazelhoff Roelfzema, haar adjudant. Afbeelding: Haags Gemeentearchief

Facebook
Twitter
LinkedIn

Het lentenummer is verschenen!

Dit nummer is verkrijgbaar in de Haagse boekhandels en tijdschriftenwinkels voor € 7,50 per exemplaar. Wil je geen uitgave missen, neem dan een abonnement en ontvang vier nummers voor € 31,50.
Nieuw nummer
Sluit Menu