Duinrell Aqua Swing-collectie Duinrell-Wassenaar

Duinrell: Raggen door de bossen van baron Philip

Nr. 20, zomer 2021

‘Eindeloos familieplezier! Voel de wind in je haren in snelle achtbanen, bewonder de vrolijkste shows en maak je Duinrell-dag compleet met een bezoek aan het grootste waterpark van de Benelux.’ Waar nu de karretjes over de kop vliegen en kinderen plonzen in het Tikibad, ruisten ooit slechts de dennen op een statig landgoed. Tot de adellijke eigenaar in de jaren dertig besloot het open te stellen voor het publiek. Meer en minder welgestelde Hagenaars konden er wandelen, kamperen of skiën op een kunstbaan van dennennaalden.

ATTRACTIES

‘Uitstekende buffetten. Matige prijzen’ – dagjesrecreanten werden in 1935 via een advertentie in diverse kranten aangespoord om een versnapering te nuttigen in ‘Theetuin Duinrell op het landgoed Duinrell te Wassenaar’.

Oplettende krantenlezers hadden kunnen zien dat graaf Van Zuylen van Nijevelt had besloten zijn 110 hectare tellende landgoed Duinrell met ingang van vrijdag 19 april voor het publiek open te stellen. Het gebied werd omschreven als een parel: ‘Dit landgoed is vermaard om zijn natuurschoon. Er is een prachtige parkaanleg met vijvers, men vindt er de mooiste beboste duinen van Zuid-Holland, waaronder het hoogste duin dezer provincie, met schitterend vergezicht. Ook is er de oudste den van ons land aanwezig, en staan er eeuwenoude eiken langs den duinrand.’

Dagkaarten waren á raison van 15 cent te koop aan de entreepoort, bij de heer Heins. Huisknecht Heins, al jaren in dienst van de familie, was tevens uitbater van de Orangerie die als theeschenkerij was ingericht en in het bezit was van een drank- en tabakvergunning.

120 fazanten

Met het opengooien van de hekken voor wandelaars ving in Duinrell het toerisme aan. De Wassenaarse buitenplaatsen waren tot dan toe exclusieve speelplaatsen van de happy few geweest. Een eenvoudige sterveling kon hooguit via de krant vernemen wat er zoal gebeurde. Zoals in 1901, toen werd bericht dat prins Hendrik en diens gezelschap op zijn landgoed Eikenhorst tijdens de jacht 120 fazanten hadden geschoten.

Het was een novum dat de gewone man het duingebied van Duinrell kon doorkruisen. Dit kwam niet doordat de 37-jarige eigenaar Philip van Zuylen van Nijevelt plots was bevangen door gevoelens van naastenliefde, maar omdat hij hiermee flink wat vermogensbelasting bespaarde.

Het onderhoud van landgoederen was een kostbare zaak. De Natuurschoonwet uit 1928 speelde daarop in door bezitters via fiscale voordelen te bewegen tot openstelling voor publiek én natuurbehoud. Van Zuylen van Nijevelt was kamerheer-ceremoniemeester van de koningin en verdiende in de zomer wat met de onderverhuur van zijn zeventiende-eeuwse landhuis aan rijke Amerikanen.

Ook verkocht hij hout, dat was gekapt uit zijn loof- en dennenbossen. De naaldbomen waren in 1880 grotendeels aangeplant door zijn schoonvader. Als hij wilde profiteren van de belastingvoordelen van de natuurwet, mocht hij voortaan alleen nog maar bomen vellen voor eigen gebruik. Maar nu kon hij het entreegeld van de wandelaars in zijn zak steken.

‘Het Kasteel’ in 1908, met de tuin ontworpen in landschapsstijl.
Gemeentearchief Wassenaar

Recreëren op Duinrell ‘met heerlijke, natuurlijke en fluweelig bemoste paden, bij den plechtigen zang van den wind in de wuivend bewogen naaldenkruinen’ bleek meteen een doorslaand succes. In 1936 werden ruim 21.000 dagkaarten verkocht, los van de 1600 gezinsabonnementen. Ook in de herfst, als het badseizoen in Scheveningen voorbij was, trokken veel Hagenezen naar het landgoed. Daar genoten ze van ‘de schitterende vergezichten’, beklommen de houten uitkijktoren die op het hoogste duin was gezet, en streken bij slecht weer neer in de Oranjerie, die in dit jaargetijde omzoomd was met zwaarbeladen pruimenbomen.

Maar met de privacy van graaf van Zuylen van Nijevelt was het tot zijn ergernis gedaan. Toen hij eens vanuit zijn eetkamer zag dat dames naar zijn smaak te bloot lagen te zonnen in het park, klom hij op het dak van zijn landhuis en schoot hij driftig met een jachtgeweer in de lucht. De hagel viel op de zonaanbidsters, die hevig geschrokken meteen weggingen.

Zucht naar status

Eeuwenlang was Duinrell in particuliere handen geweest, te beginnen bij Cornelis de Jonge van Ellemeet. Deze Zeeuw had in 1680 op zijn 34ste het uitgestrekte duingebied gekocht, met inbegrip van de boerenhoeve Oudt Duinrell. De boerderij ontleende zijn naam aan het kwelwater dat in de duinen naar boven borrelde en via een klaterend stroompje (duinrel) naar lager gelegen land stroomde. 

De Jonge was welgesteld geboren, maar werd puissant vermogend dankzij schaamteloze zelfverrijking. Hij was ontvanger-generaal van de Republiek – een soort minister van Financiën – en in die tijd waren de persoonlijke verdiensten van deze functionaris niet strikt gescheiden van de inkomsten van de welvarende Republiek der Verenigde Zeven Provinciën. Zo was De Jonge als dertiger al in staat geweest twee huishoudens te voeren met bijbehorend personeel en onderhield hij verscheidene kapitale landgoederen waarop hij kasteeltjes liet bouwen.

Een econoom die in 1965 promoveerde op De Jonge’s huishoudboekje, dat werd bijgehouden door diens echtgenote Maria Oyens, ontdekte dat de ijdele regent ook veel geld besteedde aan kleding, het ontwerp van een (vals) familiewapen en een kostbare microscoop, die hem de allure van een wetenschapper moest geven. Hij had negen kinderen en hoogstwaarschijnlijk een veelvoud aan minnaressen.

Bij De Jonge’s zucht naar status hoorde een landhuis in Franse stijl dat hij liet bouwen bij het dorpje Wassenaar. Het gebouw, geflankeerd door tuinen met waterpartijen, fonteinen en een magnifieke oprijlaan, liet hij in 1682 ontwerpen door Jacobus Roman, de latere hofarchitect van stadhouder-koning Willem III. Dezelfde architect ontwierp ook paleis het Loo. De classicistische tuinen werden in de negentiende eeuw vervangen door een tuin in landschapsstijl. Ook werd er in 1894 een Oranjerie aangelegd, met grote ramen en een glazen dak, waarin exotische uitheemse planten groeiden.

Moderne villaparken

Begin vorige eeuw kwam buitenplaats Duinrell via vererving, met name in de vrouwelijke lijn, in bezit van de familie Van Zuylen van Nijevelt. Dat gebeurde in 1921, toen graaf Philip Jules van Zuylen van Nijevelt trouwde met baronesse Constance Rhoda Diderica Edith van Pallandt, dochter van toenmalige Duinrell-eigenaar baron van Pallandt. Zij woonden voor het eerst permanent in Huize Duinrell – in de volksmond ‘Het kasteel’ – met hun kinderen en tientallen Cairnterriers, die de baronesse fokte. De familie werd ondersteund door een kamenier, knecht, butler, kokkin, chauffeur, kinderjuffrouw, tuinknechts en bos-opziener.

De oppervlakte van hun landgoed was enigszins gedecimeerd, omdat Constance in 1929 grond aan de gemeente Wassenaar had verkocht, zodat ze het erfdeel van haar broer kon uitkopen. De percelen grensden aan de oude dorpskom, en de gemeente was er maar wat blij mee.

Na de Eerste Wereldoorlog ontvluchtten welgestelde burgers uit de middenklasse het overbevolkte en onhygiënische Den Haag om net als de aristocratie ‘buiten’ te gaan wonen. Veel landbezitters verkochten hun landgoederen of delen daarvan. Er was grote behoefte aan bouwgrond voor moderne ‘villaparken’. Ze werden aangelegd door particuliere bouwexploitanten die ook het stratenplan, de riolering en elektra verzorgden.

Omstreeks de eeuwwisseling was Wassenaar nog een boerendorpje met 3600 inwoners, en burgemeester baron Robert van Zuylen van Nijevelt, de vader van graaf Philip, had er zijn handen vol aan gehad om de stormachtige dorpsgroei in goede banen te leiden. Veel nieuwkomers bleven werken in Den Haag. Vanwege het toenemende ‘forensisme’ werd er in 1907 een spoorlijn langs Wassenaar aangelegd en het dorp verbonden met doorgaande wegen en fietspaden. In 1923 kwam er een tramverbinding met Den Haag, die twee jaar later werd doorgetrokken naar Leiden.

In 1932 was het inwonertal van het dorp verdrievoudigd tot zo’n 12.000. De gemeente Wassenaar – waarvan meerdere raadsleden ook een belang hadden in de winstgevende bouwexploitatiebedrijven – werd verweten dat ze het bosrijke landschap onherkenbaar had verwoest door toe te kijken hoe de grondspeculanten de voormalige buitenplaatsen hadden volgebouwd.

1935: aan de toegangspoort kunnen bezoekers kaarten kopen van huisknecht Heinz.
Duinrell, Wassenaar
 

Ook klonk er kritiek dat op de grond van de baronesse Van Pallandt geen deel voor een wandelpark was bestemd, maar dat er ‘alweer’ een villapark was aangelegd met een ‘geweldig breeden weg’ die dwars door het mooiste deel van het bos liep in plaats van eromheen. Het was volgens het Algemeen Handelsblad gedaan met de ooit zo weldadige rust van de plattelandsgemeente: ‘En als men een mooien zomeravond buiten zit, zelfs niet aan een der hoofdwegen, dan kan de lucht soms zoo vol zijn van tramgeloei en -gegil, autogeronk en motorgeknetter, dat men zuchtend zegt: “Laten we maar naar binnen gaan, het lawaai is te vermoeiend.”’

Motorcross

Architect Willem Dudok maakte in 1937 een uitbreidingsplan voor Wassenaar, waarin hij het natuurschoon wilde behouden en de woningbouw concentreerde in de nieuwe wijken. Hij had een begraafplaats gepland op Duinrell, zeer tegen de zin van graaf van Zuylen van Nijevelt die met zijn grond wilde doen wat hij wilde.

Op eigen houtje had de graaf besloten dat de jonge populaire motorsport een plek moest krijgen op zijn landgoed. In 1935 organiseerde hij er de eerste motorcross. Het jaar daarop werd de Motorclub Wassenaar opgericht en vonden er geregeld spectaculaire races en terreinritten plaats op het off-roadcircuit. Raggen door de bossen onder het oog van 10.000 toegestroomde toeschouwers, zoals tijdens een wedstrijd op zondag 23 oktober 1938, druiste volstrekt in tegen de geest van de Natuurschoonwet. Maar die voorzag hier vooralsnog niet in. De gemeente Wassenaar zat intussen in haar maag met de overlast die motoren op Duinrell veroorzaakten.

Milieuvriendelijker was de eerste Nederlandse kunstskibaan met dennennaalden die de graaf in 1938 opende. Een foto van skiërs die van een duin over de naalden naar beneden gleden, werd in veel kranten afgedrukt. In de winter van 1937 opende ook nog een ijsbaan op het landgoed.

Ondanks de crisis in de jaren dertig, waarin velen het financieel niet breed hadden, bruiste Duinrell al snel na de openstelling van de recreatieve activiteiten. Het landgoed, dat wel als ‘vacantieoord’ werd bestempeld, bood relatief laagdrempelige en goedkope ontspanning in de gezonde buitenlucht. Bij een schaapskooi op het terrein kwamen speeltoestellen te staan en padvinders kampeerden er, net als novieten van een studentencorps.

Bernhard en Juliana

Ook de aristocratie wist Duinrell nog te vinden. Naast motorcrosses kwam het publiek af op de paardenrennen en spring- en dressuurconcoursen die er werden gehouden. In maart 1939 was de kersverse echtgenoot van kroonprinses Juliana, prins Bernhard, een van de deelnemende ruiters aan een cross country, georganiseerd door de Koninklijke Militaire Sportverenging. HKH Juliana legde te voet een deel van het parcours af en zag te midden van talrijke belangstellenden dat haar man met zijn paard Bunny derde werd.

De elite is Duinrell nog niet vergeten. Prins Bernhard en zijn paard Bunny op een militaire cross country, een week voor de Duitse inval. Nationaal Archief, Den Haag
 

Ruim een jaar later, op 3 mei 1940, waren Juliana, Bernhard en Bunny weer bij een cross country in Duinrell. Net als opmerkelijk veel gemobiliseerde hoge officieren van het 1e legerkorps met hun paarden. Een week later vielen de Duitsers Nederland binnen.

In de herinnering van zijn toen tienjarige zoon Hugo schoot graaf Philip met zijn buks vanuit de deuropening van Huize Duinrell op laag overvliegende Junkers. Het was het laatste beeld dat hij van zijn vader had. Een dag later, op 11 mei 1940, werd de graaf op zijn eigen landgoed in zijn auto doodgeschoten door een wantrouwige patrouillerende Nederlandse soldaat, die hem had aangezien voor een vijandelijke indringer.

Graaf Philip was 41 jaar geworden en liet twee dochters en zoon Hugo na, die met hun moeder Constance meteen het landgoed verlieten omdat het daar te gevaarlijk werd geacht. Het gezin zou nooit meer in Huize Duinrell terugkeren. Eind mei werd ‘Het kasteel’ met meubels en al geconfisqueerd door de hoge nazi Friedrich Wimmer, plaatsvervanger van Rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart, die in het nabijgelegen landgoed Clingendael ging wonen. Gravin Constance betrok met haar kinderen de koetsierswoning.

Sperrgebiet

Park Duinrell bleef aanvankelijk opengesteld. De Nederlandse Reisvereniging ging door met skilessen en nog op 14 oktober 1943 werd er een concours hippique georganiseerd. Dit was het laatste grote evenement tijdens de bezetting.

Toen de geallieerde luchtaanvallen toenamen en de Duitsers een landing aan de Nederlandse kust vreesden, verhuisde Wimmer naar het oosten van het land. Landgoed Duinrell werd tot Sperrgebiet verklaard. Ook de familie moest weg, maar verstopte in alle haast nog wel tafelzilver, schilderijen en ander kostbaarheden in een kelder van hun landhuis, die ze dicht metselden.

Na de oorlog was Huize Duinrell totaal uitgewoond en na alles wat er was gebeurd wilde Constance er niet meer wonen. Het gezin betrok de gerenoveerde zeventiende-eeuwse boerenhoeve Oudt Duinrell. Het landhuis bleef verlaten.

De Monumentenraad wilde het landgoed in 1966 met inbegrip van het historische Huize Duinrell op de rijksmonumentlijst plaatsen. Zowel de gemeente Wassenaar als de jonge eigenaar graaf Hugo van Zuylen van Nijevelt tekende daartegen bezwaar aan, omdat het de ontwikkeling van het recreatiepark zou kunnen schaden. In 1987 werd het drie eeuwen oude verpauperde kasteel afgebroken.

—————

De energieke Hugo Robert Joan van Zuylen van Nijevelt bouwde zijn landgoed uit tot een attractiepark van formaat. Gemeentearchief, Den Haag

Graaf Pretpark

Grondlegger van het huidige attractiepark Duinrell, met z’n camping, bungalowpark en fameuze Tikibad, was Hugo Robert Joan van Zuylen van Nijevelt, de enige zoon van graaf Philip. Duinrell is nog altijd een familiebedrijf; in 2000 namen Hugo’s zonen Philip Hugo en Roderick Joan Bernd, baronnen Van Zuylen van Nijevelt, de leiding van hun vader over.

Graaf Hugo was er alles aan gelegen het landgoed in de familie te behouden. Toen zijn moeder Constance overwoog om het van de hand te doen aan de omstreden projectontwikkelaar Reinder Zwolsman, kocht hij in 1962 zijn zussen uit en ging zelf aan het roer staan.

Hij bleek een avontuurlijke cowboy, die niet bang was voor aanvaringen met de gemeente Wassenaar en omwonenden als die hem dreigde te hinderen het park naar zijn eigen smaak uit te breiden. Terwijl de overheid na de oorlog inzette op behoud van rust en natuurschoon van de overgebleven Wassenaarse buitenplaatsen, had hij andere recreatievormen voor ogen.

Van een bescheiden evenemententerrein met een klein kampeerterrein bouwde de energieke graaf zijn landgoed uit tot een attractiepark van formaat, met onder andere een bobsleebaan en de meest opvallende attractie: het tot dan toe grootste subtropisch waterpark van Europa.

Dit Tikibad werd in 1984 geopend door Pieter van Vollenhoven. De bezoekers raakten niet uitgesproken over de ‘zonderlinge constructie van doorzichtige buizen, waarin je met het water mee vanaf een hoogte van 16 meter naar beneden roetsjt en neerplonst in het zwembad.’ Het bad trok direct na de opening en ondanks de crisis in de jaren tachtig soms wel tienduizenden bezoekers per dag. Dat leverde files op en problemen met parkeren.

De Wassenaarse adel keek met gemengde gevoelens naar de onderneming van Hugo die wel Graaf Pretpark werd genoemd. Maar zelf was hij trots op zijn levenswerk en Hugo’s zoon Philip zei in 2000 in het magazine Terdege: ‘Ik heb vriendjes met een landgoed dat elk jaar een kapitaal kost en vrijwel niets opbrengt. Dan is het meer een last dan een lust. Om in Nederland een particulier landgoed in stand houden, heb je veel creativiteit en ondernemingszin nodig.’

Hoofdfoto: collectie Duinrell Wassenaar

Facebook
Twitter
LinkedIn

Het lentenummer is verschenen!

Dit nummer is verkrijgbaar in de Haagse boekhandels en tijdschriftenwinkels voor € 7,50 per exemplaar. Wil je geen uitgave missen, neem dan een abonnement en ontvang vier nummers voor € 31,50.
Nieuw nummer
Sluit Menu