Altijd in beweging: de historie van het hoofdkantoor van de ANWB in het Benoordenhout

Nr. 26, winter 2022

Technisch gezien ligt het hoofdkantoor van de ANWB in Wassenaar. Maar in de praktijk heeft de bond veel te maken met Den Haag. Daar zetelt immers de Nederlandse overheid, net als voor andere hoofdkantoren reden om zich hier te vestigen.

Door Marchien den Hertog

Op een bouwterrein aan de kruising van de Wassenaarsweg en Van Alkemadelaan loeit een sirene. Vol verwachting tuurt een groep mensen naar boven. Daar daalt een gouden kroon neer op een drie bij drie meter groot bronzen embleem van de A.N.W.B. – koninklijk sinds 1935. Op 34 meter is het hoogste punt van het nieuwe bondsgebouw bereikt. Met zijn lengte van 93 meter, diepte van 15 meter, 600 ramen en zes verdiepingen plus nog een personeelskantine daar bovenop is het ontworpen op de groei.

Het is 19 november 1959. De wederopbouw van Nederland is zo’n beetje voltooid, en de Gouden Jaren breken aan. In 1963 zullen de lonen gigantisch gaan stijgen en volgt er een ongekende welvaartsgroei. De ANWB is er klaar voor. De leden hebben jaren contributie vooruit betaald om een gebouw te financieren dat het werk symboliseert dat de bond met zoveel toewijding verricht: ‘het joyeuze van het toerisme en het dynamische van het verkeer’, zoals een krant schrijft.

99 geglazuurde geveldecoraties zullen straks de facetten van dit werk verbeelden. In een rond gebouw met muren van glas worden de bezoekers ontvangen. Deze Rotonde straalt de openheid en dienstbaarheid uit die de bond kenmerken. Er komt een hotel waar wegenwachtmedewerkers kunnen slapen en een garage voor autokeuringen. Bovendien – niet onbelangrijk – is er op eigen terrein plek voor tweehonderd auto’s.

Damesfietsrokken

Het hypermoderne hoofdkantoor is de kroon op het werk dat de ANWB in 1883 begint als de Nederlandsche Vélocipèdisten Bond wordt opgericht. Een initiatief van een Haarlemse en Haagse fietsvereniging, en nu nog een club voor de elite, want fietsen is een dure hobby. Het is een dynamische tijd, want met de komst van trein, telegraaf, stoomschepen én de fiets komt de wereld in beweging.

Wat in 1885 de Algemene Nederlandse Wielrijders Bond zal heten, gaat met de haar kenmerkende voortvarendheid van start. In 1884 brengt ze een reisgids, wegenkaart en tijdschrift uit. Het jaar daarop vindt de eerste wielerwedstrijd plaats – op de plek van het huidige hoofdkantoor. In 1894 plaatst de bond de eerste wegwijzer (op de weg Utrecht-Rotterdam), tien jaar later staan er al duizend in het hele land.

De ANWB voert actie tegen het molesteren van fietsers (ze worden geregeld bekogeld met stenen), maakt zich sterk voor de aanleg van fietspaden, keurt hotels, publiceert knippatronen voor damesfietsrokken en zorgt dat er in het hele land hulpkisten met gereedschap en fietspompen staan. In de jaren 1890 omarmt de bond ook de auto. Ze zal zich gaandeweg sterk maken voor alles wat beweegt: fiets, boot, trein, de wandelaar maar ook het vliegtuig. Ze strijdt tegen stof op de wegen, regelt verzekeringen, levert benzine en geeft verkeersles.

‘De schillen en de doozen’

Het ledenaantal groeit. De bond werkt vanuit verschillende plekken in het hele land, soms nog vanuit het huis van bestuursleden en medewerkers. De ledenservice zit in Villa Rosa in Arnhem. De Dienst van de Bewegwijzering, Hulpkisten en Voetpompen in Dordrecht, het secretariaat in een notariskantoor in Haarlem, bondsblad De Kampioen wordt gemaakt in Twello. Naast een kantoor aan de Amsterdamse Keizersgracht komt er in 1911 een filiaal aan de Haagse Laan van Copes van Cattenburgh.

Het gebouw van de ANWB aan de Haagse Parkstraat in de late jaren 1910.
N.V. Vereenigde Fotobureaux/Nationaal Archief

De Eerste Wereldoorlog brengt werk met zich mee: van het weghalen van de wegwijzers tot het uitzetten van wandelroutes – de eerste tussen Amsterdam en Arnhem is een groot succes. De wandelaars moeten er op gewezen worden hun troep niet in de natuur achter te laten, en dat doet de bond met het bekende rijmpje: ‘Laat niet als dank voor ’t aangenaam verpoozen, den eigenaar van ’t bosch de schillen en de doozen.’ Bovendien sluit de ANWB zich aan bij nieuwe initiatieven voor natuurbehoud.

Het aantal leden neemt hierdoor nog meer toe. Met 37.000 in 1916 is het tijd om een nieuw kantoor aan te kopen, besluit het bestuur. En wel in Den Haag, dicht bij de rijksdiensten waarmee de ANWB steeds meer te maken heeft. Het wordt Parkstraat 28.

Kamperen

De fiets is inmiddels het werkpaard voor de gewone man geworden – in 1910 zijn er zo’n 600.000 fietsen in ons land. Maar ook het autobezit neemt toe: van grofweg 6000 in 1919 tot 19.000 in 1922 en 35.000 in 1925. Op twee grote congressen – in 1920 in het Kurhaus, in 1925 in Diligentia – luidt de ANWB de noodklok over de toestand van de Nederlandse wegen.

Door alle groei is het werk voor de bond zo toegenomen dat ze eind jaren twintig gereorganiseerd moet worden door een heus adviesbureau. De jaren dertig brengen het ledenaantal naar 100.000. De ANWB ontfermt zich over het kamperen, ooit ook een activiteit voor de elite, maar door de crisis steeds populairder onder middenstander en arbeider. Tijdens de Duitse bezetting is het zelfs een van de weinige vrijetijdsbestedingen die nog mogelijk is, al mag je vanaf 1941 niet meer buiten de nacht doorbrengen.

Tot 1944, als mensen wel iets anders aan hun hoofd hebben, faciliteert en promoot de ANWB alle vormen van recreatie enthousiast, ook als manier om even aan de grauwe werkelijkheid van de oorlog te ontsnappen. Nederland fietst en wandelt tot het een ons weegt. Het legt de ANWB geen windeieren; ze krijgt er tijdens de oorlog gemiddeld 350 leden per maand bij. Met een lidmaatschap van de oer-Hollandse organisatie kun je ook nog eens laten zien dat je een goede vaderlander bent.

Wegenwacht

Met 140.000 leden heeft de ANWB een solide basis voor de jaren van wederopbouw. Als Nederland is bevrijd, staat de bond dan ook in de startblokken. Op 17 mei 1945 komt het dagelijks bestuur al bijeen. Er is werk aan de winkel in een land waar huizen, steden en infrastructuur flinke klappen hebben gehad. Tijdens de oorlog zijn plannen gemaakt die nu in volle vaart worden uitgerold, zoals in deze periode overal de schouders onder wordt gezet.

Zo koopt de bond uit de dump van het Canadese leger zeven Harley Davidsons, schildert ze geel en voorziet ze van gereedschap en een capabele monteur. In april 1946 presenteert de Wegenwacht, misschien wel meest succesvolle dienst van de ANWB, zich op het Binnenhof aan minister Van Schaik van Verkeer en Energie.

Op 16 mei 1962, als ook de Rotonde klaar is, opent prins Bernhard het nieuwe hoofdkantoor aan de Wassenaarseweg.
 Foto Harry Pot/Anefo/Nationaal Archief

Materiaal is nog schaars, maar de inventieve Wegenwachters weten onderdelen te bemachtigen in sloperijen en vullen een lekke band rustig op met ter plekke geplukt gras. Het Nederlandse wagenpark is weliswaar tijdens de oorlog flink uitgedund, maar in 1947 alweer op vooroorlogse sterkte van 100.000 auto’s. Het jaar daarop wordt de dienst al meer dan 63.000 keer opgeroepen. In no time bedient de Wegenwacht heel Nederland, in die eerste jaren zelfs nog kosteloos!

Zestien verhuiswagens

Auto’s en toerisme blijven de core business van de ANWB, en ook voor dat laatste zet ze zich volop in. Op 19 juli 1945 biedt de bond een conceptnota over kamperen aan de overheid aan. Ze organiseert de eerste oefenkampen – al tijdens de oorlog is een korps van mentors opgezet dat Nederland goed en stijlvol moet leren kamperen – en grote tentoonstellingen met de nieuwste snufjes op kampeergebied. Hebben begin jaren vijftig nog zo’n duizend Nederlanders een caravan, in 1960 zijn dat er al 100.000. Tegen die tijd gaan ook steeds meer mensen op vakantie naar het buitenland.

Geen wonder dus dat de ANWB in november 1960 trots en vol verwachting in haar nieuwe gebouw trekt. Zestien verhuiswagens rijden dagenlang heen en weer tussen het nieuwe kantoor en de circa twintig Haagse locaties vanwaar de bond tot dan toe haar werk deed. Een week na de verhuizing vindt in het kroonjuweel aan de Wassenaarseweg een internationale Wegenwachtconferentie plaats.

Dit kantoor is bestand tegen de toekomst, denkt men – ‘Per slot van rekening is dit gebouw ook bestemd voor onze kindskinderen,’ had voorzitter P. F. Zimmerman tijdens het plaatsen van de kroon gezegd. Maar in 1971 moet er al nieuwbouw komen omdat bond eruit is gegroeid.

Alarmcentrale

Dat is ook niet zo raar, als we bekijken wat de ANWB zich allemaal op hals haalt. Juist de kern van de activiteiten groeit in de jaren zestig exponentieel. Het autobezit neemt sneller toe dan zelfs de stoutste voorspellingen konden dromen. Tussen 1960 en 1970 verzesvoudigt het woon-werkverkeer. Er zijn vangrails nodig, praatpalen, woonerven, autogordels. Vanaf 1964 (na de eerste echte file bij Knooppunt Oudenrijn) geeft de bond verkeersinformatie op de radio, in 1968 souffleert ze de overheid voor het opstellen van een Rijkswegenplan.

En met de toename van vrije tijd en inkomen gaan ook steeds meer mensen erop uit. De wereld gaat open en de ANWB spant zich tot het uiterste in om te zorgen dat we die veilig, comfortabel en goed geïnformeerd kunnen verkennen.

De Wegenwacht, hier nog met motor en zijspan, is in november 1952 ook aanwezig op de nieuwe rijksweg A2 van Amsterdam naar Utrecht.
 Foto Wim Consenheim/Anefo/Nationaal Archief

Reikte de bond in de jaren dertig nog wel eens handgeschreven reisadviezen uit, nu verstrekt ze de reis- en kredietbrief, die honderdduizenden Nederlanders in het buitenland verzekert van hulpverlening. De twee dames aan de Wassenaarseweg die telefoontjes van vakantiegangers in problemen beantwoorden, krijgen gezelschap van een batterij medewerkers. De Alarmcentrale zorgt voor vervangend vervoer, repatriëring van auto’s én passagiers, en contact met vakantiegangers in geval van nood.

5 miljoen leden

Als eind jaren zeventig de groei niet zonder grenzen blijkt en zorgen over economie, milieu en de toekomst toenemen, blijkt de ANWB daar niet immuun voor. In de jaren tachtig raakt de organisatie in zwaar weer. Voor het eerst is een deel van de bondsbelangen tegenstrijdig met trend van de tijd. Maar de bond herpakt zich en beweegt als altijd mee met de maatschappij: in digitalisering, de renaissance van fietsen en wandelen en de niet aflatende Nederlandse hartstocht voor vakantie en kamperen.

Ondanks de zorgen over het klimaat tikte de ANWB recent de mijlpaal van 5 miljoen leden aan. Het monumentale hoofdkantoor is nu echt te klein geworden en de bond heeft nieuwbouw en een verhuizing gepland (zie kader). De metamorfose van eliteclub naar massaorganisatie weerspiegelt de grotere geschiedenis van de laatste eeuw.

Waar het succes aan te danken is? De ANWB ontstond in de periode dat verenigingen oppakten wat de overheid niet als haar taak zag. Vanaf de start heeft de bond een talent om niet alleen mee te gaan met nieuwe ontwikkelingen in de maatschappij, maar daar ook op te anticiperen. Dienstverlening heeft daarbij de hoogste prioriteit – en daar win je de sympathie van het publiek mee. Iedereen die ooit door de Wegenwacht is geholpen, kan dat alleen maar beamen.

Voor dit artikel is met plezier gebruik gemaakt van twee jubileumboeken van de ANWB: Een eeuw wijzer 1883-1983. 100 jaar Koninklijke Toeristenbond ANWB (1983) en Het avontuur van de ANWB. 135 jaar onderweg van Hans Buiter en Peter Staal (2018).

*

‘Ter wille van bos en bomen’

‘Residentie Parkzicht wordt een prachtige woonplek met als directe buren een Rijksmonument, een monumentaal landgoed en een gewilde, rustige woonwijk.’ Dat schrijft vastgoedontwikkelaar ABB Bouwgroep onder het kopje Statig wonen op de website over het te ontwikkelen terrein waar nu nog het ANWB-hoofdkantoor is gevestigd. De bond is uit het gebouw gegroeid en heeft plannen om te verhuizen naar de Juliana van Stolberglaan, waar voorheen het Koninklijk Conservatorium zat.

Hoewel het huidige ANWB-terrein in Wassenaar ligt, heeft wat ermee gebeurt consequenties voor de nabij liggende Haagse wijk Benoordenhout. Wijk- en andere belangenverenigingen hebben dan ook tegen de plannen geprotesteerd. Het ‘ongekende bouwvolume’ van 425 nieuwe woningen en de ‘megalomane’ 50 meter hoge hoogbouw tasten de leefbaarheid van Benoordenhout en Clingendael onacceptabel aan, vinden de tegenstanders en de meeste Haagse politieke partijen.

Het CDA stelde in 2021 zelfs een grenscorrectie voor en de VVD plantte tijdens haar verkiezingscampagne een bordje Den Haag op het terrein. Annexatie gaat wethouder Robert van Asten weliswaar te ver, maar hij gaat wel ‘een stevig gesprek’ voeren met de gemeente Wassenaar. 

Overigens kon ook de bouw van het hoofdkantoor op een deel van landgoed Clingendael in de jaren vijftig rekenen op forse kritiek, ‘ter wille van bos en bomen’. ‘De schoonheid van het bos wordt ten zeerste geaccentueerd door het vlakke terrein ervoor, waardoor een grote ruimtewerking wordt verkregen, terwijl ook uit een verkeersoogpunt juist dit open terrein behouden dient te blijven,’ schrijft de Algemene Vereniging voor Natuurbescherming in 1953 aan de minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting. Ook de gemeente Den Haag was niet blij met de aantasting van het recreatieve gehalte van park Clingendael. De protesten mochten echter niet baten, en toen in 1958 met de bouw werd begonnen, omarmden de kranten het ontwerp.

Hoofdfoto: Anefo/Nationaal Archief

Facebook
Twitter
LinkedIn

Het lentenummer is verschenen!

Dit nummer is verkrijgbaar in de Haagse boekhandels en tijdschriftenwinkels voor € 7,50 per exemplaar. Wil je geen uitgave missen, neem dan een abonnement en ontvang vier nummers voor € 31,50.
Nieuw nummer
Sluit Menu